- Temperatuurgevoel
Beginners trekken bij lagere temperaturen vaak te veel kleding aan, wat ervoor zorgt dat ze binnen de kortste keren flink zweten. Vooral in het voor- en najaar is dat het geval. Let erop dat je ledematen en hoofd beschermd zijn. Via het hoofd verliest het lichaam de meeste warmte. Belangrijker dan een dik jack zijn dan ook een pet of muts en handschoenen. Op den duur ontwikkel je door de ervaring een betrouwbaar temperatuurgevoel.
- Tempo wisselen
Elke keer in hetzelfde tempo lopen kan op den duur vervelend worden en is bovendien niet bepaald bevorderlijk voor de prestaties. Het houd je waarschijnlijk fit, maar wie zijn prestatievermogen wil verbeteren, moet af en toe iets sneller lopen. Trainingstip: speel met het tempo. Niet alleen door elke training een ander tempo te kiezen, maar ook door het tempo onderweg af te wisselen: dan weer een stuk wat sneller en dan weer langzamer. Het ideale wisseltempo: langzaam beginnen, het middelste gedeelte van de loop in een stevig tempo afleggen en het derde deel weer wat rustiger.
- Loop omdat je het leuk vindt
Je kunt lopen om af te vallen, om conditie op te doen, om records te breken, maar alleen als je ook loopt omdat je het léuk vindt om te lopen (na een tijdje dan, hè, ieder begin is moeilijk) houd je het vol.
- Wees geduldig
‘Je wordt makkelijker slechter van een training dan beter’. Als je traint, breek je namelijk iets af, in de hoop dat je lichaam het weer sterker opbouwt. Door net iets te hard te trainen, of jezelf te weinig herstel te gunnen, breek je alléén maar iets af.
- Wees trots
Hoe snel je loopt, hoe vaak je loopt, hoe ver je loopt, dat is uiteindelijk niet zo vreselijk belangrijk. Dát je loopt, daar gaat het om. Wetenschappers vinden steeds weer nieuwe bewijzen dat hardlopers gemiddeld gezonder én gelukkiger zijn.